1883 nog 14 Pijpmakerijen in Gouda
1883 nog 14 pijpmakerijen in Gouda
Lange Gouwenaar 32 bewerkingen
Men moet nu drie soorten klei door elkaar mengen, de Engelse om aan
de pijp de nodige zachtheid te geven. De Duitse met oog op de witheid en
tot slot de Belgische om de pijp zo sterk mogelijk te maken.
50 soorten
Elke provincie of ander land heeft voorkeur voor een ander soort pijp.
Friesland de GROOTKOPPEN in N. Brabant de KEINKOPPEN en de
Ier en Belg hebben weer andere voorkeuren.
Lange Goudse pijpen
En evenzeer als in de bloeitijd van deze industrie, gaan ook nu nog de
beste soorten lange pijpen en die hier nog in het land gebruikt worden
32 maal door de handen.
17 maal arbeidsloon
Men zou dit zo niet zeggen als men een pijp in handen heeft evenmin als
men zou denken dat die pijpen drie weken nodig hebben eer zij klaar zijn
voor gebruik. De fabrikant van zo’, lange pijp betaalt 17 maal arbeidsloon aan
17 vaklieden die zorgvuldig zijn opgeleid.
Opleiding pijpenmaker
Een eeuw geleden werd er vanwege de Stedelijke Regering een fabriek
opgericht om korte tabakspijpen tot het vormen van bekwame leerlingen
en aan het werk stellen van behoeftige knechts.
Pijpmakerijen
Nu (1883) zijn er nog maar 13 a 14. Omstreeks 1751 waren er maar liefst
375 pijpenmakersbazen. Dat was een bloei om van te watertanden,
15 a 16 duizend mensen: mannen, vrouwen en kinderen verdienden
doormiddel van de Goudse pijp hun brood.
De sigaar
De fabrieken verminderden. De grootste slag werd toegediend door het
toenemen gebruik van de SIGAAR. Neemt dit echter af, iets wat niet
onmogelijk schijnt met het oog op het ongezonde van sigaren roken,
zoals velen beweren. (er werd ook veel geknoeid bij de sigarenfabrikatie),
aldus de Gouwenaar die dit artikel in 1883 schreef.
Mandje pijpen
In alle gevallen doet zich momenteel een verschijnsel voor, dat verscheidene
particulieren en dit getal neemt toe, bestellen weer volop een mandje pijpen.
Bron: De Amsterdammer april 1883